Pieter Meijndertsze Kleijbroek was waarschijnlijk de zoon van Meijndert Jansz Kleijbroek die in 1796 aan Jan Jacobsz Bloothooft <V-13> (zijn zwager) 1/3 van kavel 4 en 5 in de boven GH polder verkocht, welk land in 1799 weer door de vader van Antje, Klaas Jacobsz Bloothooft <V-11>, werd gekocht. Verknoopte relaties derhalve.

In 1808 maken de Antje en Pieter hun (standaard) testament en ze wonen dan onder de jurisdictie van Oudorp. Ze erven in dat jaar tevens van de ouders van Antje.

In 1822 woont het gezin in Alkmaar op het Ritzevoort, op no. 9 en in 1830 en 1839 op no. 438. In 1839 is Antje weduwe en van beroep tapster (kasteleines) wat ze tot haar dood in 1847 blijft. In 1839 wonen er twee kinderen bij haar in, Klaas (Nicolaas) Meijnse Kleijbroek, die feitelijk de kastelein is, geb. Alkmaar ~1815, overl. Alkmaar 19.9.1868, en Trijntje Meijnse Kleijbroek, geb. Heiloo ~1817, overl. Alkmaar 4.12.1846[5]. Klaas huwde Alkmaar 25.7.1847 Maria Baart, geb. Alkmaar ~1826, do. van Arie Janz Baart en Grietje Bloothoofd. Er was ook een oudste dochter Margaretha Kleijbroek, geb. Oudorp ~1809, overl. Alkmaar 23.7.1874, tr. Egmond-Binnen 5.2.1832 Pieter Verwer, geb. Egmond-Binnen ~ 1813, en een zoon Mains Kleijbroek, geb. Oudorp 1811, overl. Oudorp 17.5.1811.