Landbezit

Als Cornelis Bloothooft <V-6> 23 jaar is, trouwt hij met Geertje Water, de zuster van zijn zwager Pieter Water, en wil hij de Schermeer verlaten om zich in de Beemster te vestigen op de boerderij van de familie Water aldaar op dijkkavel 9 (zie voor achtergronden van de familie Water bij Trijntje Pieters Bloothooft). Alhoewel hij uit een gegoede boerenfamilie komt, heeft hij formeel geen eigen bezittingen op dat moment, de erfenis zal later komen. Hij vraagt de Dijkgraaf en Heemraden op 13.5.1775 daarom een verklaring van goed gedrag en behoud van recht op alimentatie [2]

“Wij onderget: Dijkgraaf en Heemraden van de Schermeer verklaaren voor soo verre ons bekend is, dat Cornelis Bloothooft zig wel en Eerlijk heeft gecomporteert en zijn eijgen brood gegeten, en na dien dezelve voornemens om uijt de Schermeer voornt:, zig na de Beemster met er Woon te begeven soo beloven Dijkgraaf en Heemraden voornt: ingevalle de voorne Persoon binnen den tijd van zes jaren na dat desz. ('t God gelieve te verhoeden) tot armoede quam te vervallen de last der alimentatie op zig te neemen (mits bij voorkomende gelegendheeden meede gelijke cautie werden gegeven) en de Heeren Dijkgraaf en Heemraden deswegen te indemneren."

Vier jaar later woont hij in de Beemster en erft van zijn moeder Maartje Poland in 1779 1/8 in de 30 morgen en boerderij in de beneden GH polder [17,18] in de Schermeer, mogelijk het ouderlijk erf. In 1780 is hij dan in staat om met deze erfenis dijkkavel 9 (tussen de Zuiddijk en de Zuiderweg) in de Beemster van zijn schoonvader Cornelis Pieters Water te kopen. Uit zijn testament van 1800 blijkt dat hij het hele perceel bezit, waarschijnlijk als gevolg van de erfenis van zijn in 1790 overleden schoonvader Cornelis Water.

Kaart van de Zuid-Oost Beemster (Uitwaterende Sluizen, 1680) met daarin aangegeven Dijkkavel 9, de boerderij van Cornelis Bloothooft (V-6).

Op 13 juni 1800 maakt burger Cornelis Bloothooft zijn testament [1]. Hij is dan al ziek. Hij verklaart zijn vier kinderen Pieter, Cornelis, Epje en Maartje tot erfgenamen, maar de boedel moet onverdeeld blijven totdat het jongste kind 18 jaar is. De kinderen moeten op de boerderij blijven wonen onder directie van de oudste zoon Pieter. Bij huwelijk of meerderjarigheid heeft elk kind recht op f 1000, en mocht dat bedrag niet in de kas zijn, dan moeten de voogden het registreren totdat tot boedelscheiding wordt overgegaan. Zwager Pieter Schilder in de Beemster en Willem van Broekhuijsen uit Purmerend worden voogden, en ook zijn zoon Pieter zodra die meerderjarig is (in 1801). De onzekere Franse tijden blijken uit de toevoeging:

“ten waar en onverhoopt door oorlogstijden, inundatien of andere omstandigheden de gemelde voogden oordeelde 't voordeligste te wesen om de boerderij op te breeken in welke gevallen de voogden gequalificeert werden om sodanig te handelen als sij ten beste van de kinderen sullen oordeelen te behooren”.

Testament van Cornelis Bloothooft, 13.6.1800  [1]

In de legger van de landerijen van de Beemster vinden we daarom in 1807 dat Pieter, Cornelis, Ebje en Maartje Cornelis Bloothooft gezamenlijk eigenaar zijn van DK 9, 20 morgen, en het huis wijk B no.128 [3].

In 1809 is het zover, dochter Maartje is 18 jaar geworden. De kinderen verkopen op 21 november het bezit aan hun broer Cornelis voor f 12.390 [4].

“Compareerde voor ons onder getn: Dijkgraaf en Hoogheemraden van de Beemster, Pieter Blootshooft, Cornelis Blootshooft, beide in de Beemster woonachtig Mitsgaders Dirk Rijser, wonende te Ilpendam als in huwelijk hebbende Ebje Blootshooft en dezelve Ebje Blootshooft ten dezen met gemelde haare Man geadsisteerd en hiertoe geauthoriseerd, en laastelijk Pieter Schilder in de Schermer, Willem van Broekhuijsen te Purmerend, Johannes Dek in de Beemster en de voornoemde Pieter Bloothooft tezamen in qualiteit als gestelde voogden over de Minderjarige Nagelaten Kinderen van wijle Cornelis Blootshooft en administrateurs derzelven goederen blijkens gros Testament van deselve Cornelis Blootshooft, op den 13 Junij des jaars 1800 voor de Notaris Klaas Schoorl en getuigen te Purmerende gepasseerd ons Dijkgraaf en Hoogheemraden vertoond, en dus zij comparanten quits: als zodanig ten dezen representerende de minderjarigen Maartje Blootshooft. Ende geleide en de bekenden zij comparanten priv‚ en qq op den 26 van Herfstmaand Jl in de Stads Doele te Purmerende in publique veilinge verkogt te hebben ende als en bij deeze in eene volle en vrijen Eigendom te cederen, Transporteren en op te dragen aan en ten behoeve van Cornelis Blootshooft wonende in de Beemster Een Huijsmanswoning met twintig Morgen grasland staande en gelegen in de Beemster aande Zuiderwegh op de kaart getekent met No. 9 DK, belent ten ossten ende ten westen no 10 DK ten Zuijden met de Ringdijk en ten noorden met de Zuidersloot. En dat voor Een somme van Twaalf Duizend driehonderd Negentig guldens Contant”.

Transportakte van de kinderen van Cornelis Bloothooft <V-6> naar hun broer Cornelis <VI-7> [4]

Koper Cornelis Blootshooft sluit er gelijktijdig een hypotheek voor f 6000 op af bij Jan Kooij in de Beemster tegen een rente van 6 %.

Referenties

[1] Purmerend NOT, not. Klaas Schoorl, n. 347, SAW
[2] Schermer 66, register van afgegeven acten van indemniteit 1767-1784
[3] Beemster OR L308, Kohier van de Eigenaars der huizen en landerijen 1805-1826, 248
[4] Beemster OR, transporten en hypotheken 1809, blz 175 no 85