Interview

Op 15 September 1981 was pater D. Th. Bloothoofd 15 jaar in dienst van het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit in Amsterdam. In het personeelsblad Op de Hoogte van de AZVU kwam een  interview:

Pater Bloothoofd [1] : “Ik ben Amsterdammer en op 29.6.1944 priester gewijd. In 1945 kreeg ik een benoeming tot leraar latijn en nederlands in de lagere klassen van het H.Hart college in Tervuren bij Brussel. In 1959 werd ik leraar latijn en grieks in de lagere klassen van ons kleinseminarie in Helmond. Na 21 jaar leraarschap is het nuttig om eens te veranderen en het was noodzakelijk wegens de Mammoetwet van Cals, waardoor kleine vrije scholen onmogelijk werden gemaakt. Toen bood een overste me in 1966 telefonisch aan of ik ziekenhuispastor wilde worden in de Vrije Universiteit. Op mijn vraag hoe lang ik hierover mocht nadenken, zei hij: twee minuten. Toen heb ik ja gezegd. Zo ging dat in die tijd. Dat zal nu niet meer zo gebeuren. Ik heb er geen spijt van gehad.”

Dit zei Dirk Bloothoofd toen hij in een interview met het ziekenhuisblad in 1981 alweer 15 jaar katholiek pastoraat had vervuld in een gereformeerd ziekenhuis. Hij had de pastorale zorg over de 20% zieken van katholieke huize. “Dat is: hen bezoeken, met hen spreken, je beschikbaar stellen in hun situatie, tegen je aan laten praten, met de zieke samen zoeken naar een antwoord op vragen over geloven, ziek zijn en sterven. Ook het gesprek met de familie, opvang in moeilijke situaties. Het verschil bestaat in de sacramentsbediening. Het toedienen van het Doopsel, vooral aan ernstig zieke baby’s, op verzoek van de ouders. Het biechtgesprek, wat meer voorkomt dan U misschien denkt. Het uitreiken van de heilige Communie en het vieren van de Eucharistie. Zeer belangrijk is het toedienen van de Ziekenzalving of, zoals men vroeger zei: iemand bedienen. Men noemt dit stervensbegeleiding. Dit eist 24 uur per dag beschikbaar zijn. Gesprek en sacramentsbediening horen bij elkaar.”

“Ik zit wel een de nare kant van het leven, maar als priester kom je volledig tot je recht, daar ben je nodig en daar kan je wat voor de mensen betekenen. De pastor tracht in dienst te staan van God, die in Zijn woord en sacrament tot de mensen komt, zoals Ds. Stange in zijn proefschrift schrijft. Toch kom je in aanraking met de mooie zijde van het leven. Je staat soms verbaasd over de geloofsbeleving van de mensen, hoe eenvoudig zij hun ziek-zijn in geloof beleven. Daar heb ik niet veel te zeggen en is de zieke de pastor voor mij.”

“Dat je wat voor mensen hebt betekend blijkt soms later. Zo heb ik het meegemaakt dat ik een half jaar na een begrafenis door de dochter van de overledene werd opgebeld en zij mij vroeg haar huwelijk in te zegenen. ‘U was bij ons in ons verdriet, wij zouden het fijn vinden als u er ook bij was in onze vreugde’”.

Pater Bloothoofd bleef tot zijn pensioen bij het AZVU. Kort voor zijn overlijden ging hij naar Nijmegen.

Referentie

[1]    Op de hoogte, blad van het Academisch Ziekenhuis van de VU, november 1981