Bezittingen

Na het overlijden van zijn vader Claas Bloothooft in 1774 is Pieter samen met zijn broers Simon en Dirk, en zijn zuster Maartje, erfgenaam. Ze houden eerst het bezit bijeen als Erven Claas Bloothooft en breiden het zelfs uit. Op 19 februari 1780 vergroten de drie broers en hun zwager Dirk Dircks Dekker (Maartje is in 1779 overleden) hun deel het kavel beneden G-H 18 en 19, met daarop de Peylshoeve, met de aanvullende helft uit de nalatenschap van Petronella Claese van de Velde, wed. Cornelis Duijn voor f 6500 [1]. In de leggers van de landerijen in de Schermeer [2] wordt dit bezit aangeduid als 15 morgen en 325 roeden in polder H no 19 en 15 morgen in no 20. Het huis is nummer 173. Op 6 maart 1784 kopen de Erven voor f 510 ook nog een weilandje ‘de Koogh’ van 6 geerzen in Oudorp ‘belend de togt ten westen, d’Erve Cornelis Dirksz ten Noorden, de Geestmerambachtsdijk ten Oosten en de Erve Pieter Jonker ten Zuijden’ van procureurs van Maria Brikkenaar wed. Cornelis Clooster [3] . Pieter woont dan in de Schermeer, de anderen onder Oudorp.

Bij het huwelijk met Elisabeth Nooy wordt in de Alkmaarse stadstrouw in 1785 nog gemeld dat Pieter in Zuid Schermer woonachtig is (en Elisabeth in Alkmaar), maar ten tijde van hun eerste testament in 1786 blijken ze al in de stad te wonen.

In 1788 begint het bezit van de Erven Claas Bloothooft toch uiteen te vallen. Pieter verkoopt op 5 februari ‘1/4 Portie in een huismanswoning en Landerijen geleegen binnen de Ambagtsheerlijkheid Ouddorp groot 65 geersen 7 sneesen en 6 roeden (voetstoots) met Jan Beekemeijer ten Westen en de Geestmerambagtsdijk te Oosten’ voor f 1700 [4]. Met dat geld koopt hij een paar maanden later, op 14 april 1788 [5], voor f 1800 van Jan Beekman te Beverwijk een huis en erf aan de noordzijde van het Luttik Oudorp met Jan Klaver ten Oosten en Jan ? ten westen. In dat huis zal hij tot vlak voor zijn dood wonen.

In 1793 geeft Pieter ook zijn bezit in de Schermeer op. Het moet rond de tijd zijn dat ook zijn derde vrouw Elisabeth Nooy overlijdt. Op 12 oktober verkoopt hij voor f 2400 [6] zijn vierde deel in de kavels beneden G-H 19 en 20 aan Jacob Waay, de tweede man van de vrouw van zijn overleden broer Dirk. Zijn broer Simon en zwager Dirk Dircks Dekker verkopen niet en blijven als resterende Erven Claas Bloothooft samen eigenaar van de helft.

In 1795 huwt Pieter Claasz Bloothooft op 53 jarige leeftijd in Alkmaar voor de vierde maal met jongedochter Joanna de Wilde, geboren in Enter onder Zwolle. Zij schenkt hem drie kinderen. Toch lijkt het Pieter niet goed te gaan. Op 30 januari 1801 wordt Jan Hendrik Ruys [7] door hem als procuratiehouder voor de verkoop van zijn huis aan de noordzijde van het Luttik Oudorp (C, nr 390) aangesteld. Deze verkoopt het huis op 23 juli 1801 voor f 1375 [8] aan Pieter Hendrik van de Nolle, een paar maanden voor het overlijden van Pieter Bloothooft (op het Groot Nieuwland).

Bloot5-3-handtekening.jpg (4767 bytes)
Handtekening van Pieter Bloothooft onder acte van aanstelling 
van een procuratiehouder

Alkmaar, Notaris Lourens Veer, 30.1.1801

Referenties

[1] Schermeer OR, Transporten 1774-1804
[2] Schermeer, legger der landerijen 1771-1798 (fol 191) en 1798-1834 (fol 190)
[3] Oudorp OR, transporten 1777-1797
[4] Oudorp OR, transporten 1777-1797
[5] Alkmaar OR, 1788, fol 64, no.65
[6] Schermeer OR, Transporten 1774-1804
[7] Alkmaar, bij notaris Lourens Veer op 30.1.1801 als procuratiehouder benoemd
[8] Alkmaar OR, notaris J.C. van Veen, 1801, fol 126, no.182