Samenvatting

Pieter Bloothoofd <VIII-7> is de zoon van Willem Bloothooft <VII-6>  en  Geertje Molenaar, boer, geb. Koedijk 29.2.1856, overl. Alkmaar 17.6.1936, tr. Gerardine de Ruiter Koedijk 5.9.1880 [get. Pieter Korver, veldwachter in Koedijk, 36 jaar; Arie Appel, letterzetter in Purmerend, zwager van de bruid, 29 jaar; Arien Hartland, hoofdonderwijzer in Koedijk, 67 jaar; Bouwen Edel, arbeider in Edam, zwager van de bruid], do. van Gerrit de Ruiter, bode, en Johanna Berendina Stoopman, geb. Wijde Wormer 9.10.1850, overl. Alkmaar 20.2.1926. 8 kinderen.

In de 19e eeuw heeft eerst Willem Bloothooft, die naar Koedijk kwam, en later zijn zoon Pieter een gemengd boerenbedrijf opgebouwd met 10 bunder in eigendom. Te samen met huurland was dat een redelijk groot bedrijf.

Het Zuideinde van Koedijk met vlotburg rond 1900 [5] 
De boerderij van Pieter Bloothoofd is één van de hier zichtbare boerderijen in de eerste bocht van het Noord-Hollandskanaal (Kanaaldijk 273).

In 1898 brandde de oude stolp af. De nieuwe stolp, iets anders van vorm, kwam op dezelfde plek (huidige Kanaaldijk 273). Dochter Sijtje mocht op haar achtste verjaardag de eerste steen leggen (20.10.1898).  

Kanaaldijk 273, 1953-1956, in 'Tekeningen van boerderijen in Koedijk door Gerrit Kooijman (1880/1958)', uitgave van Historische Vereniging Alkmaar (2003).

Dreg
Een eeuw later valt een journalist het rode bordje ‘Dreg’ op en schrijft een stukje over de boerderij.  ‘Dreg’ is niet de naam van de boerderij maar geeft aan dat er een echte dreg beschikbaar is op dit adres aan een verraderlijke bocht langs het Noordhollands Kanaal. De huidige eigenaar Jan Willem Spaander: “Er gebeuren hier veel ongelukken. Met zekere regelmaat zit een auto in onze tuin. Hier wordt veel te hard gereden. Vroeger was dit punt nog gevaarlijker toen de bocht scherper was. Ik weet niet of wij de dreg nog hebben.” Na er veertig jaar gewoond te hebben haalt hij voor het eerst een stuk touw van twaalf meter en en klos met weerhaken uit de meterkast. Onbekend is hoe lang de dreg er al hangt. Van het rode bordje is niets te zien op Les Trois Hollandaises, het schilderij van Picasso dat hij maakte na een bezoek aan Schoorldam. De stolp op het schilderij vertoont een opvallende gelijkenis met de boerderij van Spaander [1]

Kanaaldijk 273 (foto Studio Wick Natzijl, 199?), het dak nog onveranderd, maar de ramen wel.

Picasso (1915) Les Trois Hollandaises. 
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat veel andere boerderijen in Koedijk er ongeveer zo uitzagen, en bijna geen boerderij had de deur in het midden, ook die van Pieter Bloothoofd niet.

Op de stolp was het aan het eind van de 19e eeuw bij Pieter Bloothoofd lang geen koek en ei. Er was voortdurend herrie en er wordt gesproken over de kwalijke invloed van de dochters van Pieter. De situatie moet zo onhoudbaar zijn geweest dat Willem en Geertje vroeg wegtrokken en niets meer te maken wilden hebben met de situatie thuis [2]. Willem kwam alleen nog terug voor de begrafenis van zijn moeder Gerardine de Ruiter in 1926.

Simon Bloothoofd was toen de enige zoon die overbleef en op de boerderij moest blijven en overnemen. Zijn vader regelde dit in 1919 met zijn zusters op voor Simon ongunstige voorwaarden [3]. Pieter vertrekt dan 27.5.1919 van Koedijk naar Alkmaar en woont op Tuinstraat 63 en later Stationsweg 22.  Zijn vrouw en zijn dochter Johanna gaan mee. Gerardine de Ruijter overlijdt in 1926 en Johanna huwt in 1929 met Lambertus Kooter. Johanna verhuist 2.1.1930 naar Castricum (Stationsweg 132) een maand later gevolgd door haar vader die daar naast haar woont op Stationsweg 134. Toch gaan ze op 24.5.1933 weer terug naar Alkmaar, waar Pieter op Kennemerstraatweg 110 inwoont bij Lambertus Kooter [4]. Hij overlijdt 17.6.1936.

Referenties

[1] Noordhollands Dagblad, 199?
[2] Interview Simon Gerrit Bloothoofd (1976) en Simon Bloothoofd (1976)
[3] Interview met Simon Gerrit Bloothoofd (1976)
[4] Alkmaar, bevolkingsregister, gezinskaart en dienstbodekaart
[5] J.P. Geus (1990) Uit de Historie van Koedijk en Huiswaard, Uitgeverij Pirola