Interview

Wim Bloothoofd in aktie in de zestiger jaren

Een interview bij het einde van zijn loopbaan (1997) in het Noordhollands Dagblad [1]:

“Ik hou veel van kinderen.” Dat is allerminst overdreven. Want Wim Bloothoofd uit Heiloo heeft de afgelopen halve eeuw ‘miljoenen schoolkinderen gefotografeerd. In Noord-Holland zijn generaties door hem vastgelegd. “Van oma tot kleinkind. Geen enkele fotograaf heeft er zoveel op de plaat vastgelegd. De meest collega’s namen voor de schoolfotografie personeel in dienst, ik heb er altijd voor gekozen het zelf te doen.” Dat zoon Johan het werk voortzet is geen punt. “Maar niet meer tussen de kinderen zijn, dat voel ik nog steeds als een groot gemis.”

Wim is de tweede in een gezin van zes kinderen, hij werd op 22 maart 1932 geboren in Alkmaar. Zijn ouders leven niet meer. Vader Siem was grondwerker, tot zijn 65e. “Mijn vader heeft de hele wereld omgespit om zijn gezin te eten te geven.” Socialist in hart en nieren. Bij de familie Bloothoofd konden onderduikers terecht. Wim verspreidde in de Tweede Wereldoorlog illegale bladen als De Waarheid. “Ik ben geen overtuigd socialist, maar heb wel een sterk sociaal gevoel. Ik ben niet alleen op de aarde.” Een van de onderduikers was de Amsterdamse schoolfotograf Samuel Kannegieter. “Die man moest er natuurlijk wel eens uit, tijdens het luchten praatte hij vaak over zijn werk. ‘Na de oorlog leer ik je het vak’.

Giftige dampen
In oktober 1945 ben ik bij hem begonnen, als eerste dweileur: schoonmaken, chemicaliën aanmaken, ontwikkelaar, fixeer. Ik was gek van zwemsport en dacht toen al gelijk aan mijn longen. Voorzichtig met die giftige dampen.”

Na twee jaar mocht de dweileur met Kannegieter mee, fotograferen op locatie vaak scholen. “Moest ik bij kinderen de haren kammen, of groepen opstellen. Je ziet het, staat erbij, je weet het. Dus was het van ‘doe jij die groep buiten even’ en als de foto goed was, mocht ik het een andere keer weer proberen. Zo rol je door.”

Zonder vakdiploma’s begon hij in april 1963 voor zichzelf. “Beetje kwaad bij Kannegieter weggelopen. De fotograaf en laborant gingen met vakantie, ik zeg: ik wil in de vakantie voor je aan het werk, maar wel extra betaald. Dat wilde hij niet. ‘Goed, dan stap ik op’.” Met zwaaiende handen: “’En ik neem deze twee jongens mee’.” In de avonduren deed hij de opleidingen algehele fotografie, reportage en fotohandel. “Dat is sinds begin dit jaar niet eens meer nodig. Verdorie, ik heb me erop rot gezweten!” Dochter Jolanda bracht het verder en schiet nu voor de luchtmacht. “Ze is wetenschappelijk fotograaf, de beste papieren van ons allemaal.”

Meneer
Scholen, trouwerijen, familieplaten, fanfareorkesten,  brandweerkorpsen. Noem een naam en de rest volgt uit het blote hoofd. Of andersom, want sinds 1963 ligt zijn naam als een deken over de provincie. “Ik ben herkenbaar, ook na 32 jaar. Behalve een kleine enclave hier en daar – via oude contacten – ben ik Noord-Holland niet uit geweest. Waarom ver weg als het dichtbij kan?”

De populariteit was deels te danken aan ‘Bloothoofd-humor’ en duidelijkheid. “Ze moeten niet over het schoolplein schreeuwen van ‘Hé, Bloothoofd’, want dan zeg ik tegen die kinderen: ‘Ho effe, het is meneer Bloothoofd’. Ik blijf altijd mezelf. Ze moeten weten waar ze aan toe zijn, dan kun je ook makkelijker grappen maken. Wat soms nodig is om de zenuwen te sussen.”

“Meisje met rood haar werden vaak geplaagd en dat is nog steeds zo. Zo’n kind krijgt bij het portretteren geheid opmerkingen uit de klas, dus voelt zich al vervelend. Dan haal ik haar in de picture, even iets omhoog. Want ik vind dat ik ook een opvoedende taak heb. ‘Gôh, laat me je haar ‘ns voelen. Ah! Dat is goud! Als je naar de kapper gaat, kun je dan wat haar in een doosje doen? Voor mij? Want ik heb alleen maar zilver haar’. Dan gaat de aandacht van de rest opeens naar mij. ‘Welnee! Dat is hartstikke grijs’.”

Trendsetter
Succes kwam ook voort uit ‘de formules’. Vanaf 1967 werkte hij met een speciale lens, waarmee hij zich jarenlang onderscheidde door portretfoto’s met daarbij vier afdrukken op een velletje. Hoefden ze niet na te bestellen. Voor de oma’s een plaatje, of voor moeder, om in de portemonnee te doen. Daarmee was ik trendsetter in Nederland.” In 1975 kwam hij als eerste met pasfoto’s en daarbij nog zestien keuzemogelijkheden, getekend in maten. “Gewoon zo goed maken dat de mensen een vergroting van die pasfoto willen en nog een paar andere foto’s erbij.” Kwestie van klantenbinding. “Ik hou te veel van kinderen om ze voor mij te laten ‘werken’, want het was altijd zo dat ze met een heel fotopakket thuiskwamen en tegen de ouders gingen zeuren. Die hadden dan net geld uitgegeven aan Artis of een nieuwe auto, maar schaamden zich om het kind weer met die foto’s naar school terug te sturen. Aan de andere kant liep ik het risico dat ik het spul niet terug kreeg èn geen geld ving. Met deze formule rekende ik de pasfoto gelijk af, werden ouders niet overvallen door een heel pakket, en konden ze gewoon bekijken of ze meer wilden. Zonder schaamte, omdat er anonimiteit is.”

Flippo’s
Kinderen blijven hem even dierbaar, over ouders heeft hij bedenkingen. Met name wat betreft degenen die opgroeiden in de flower-power-periode. “Alles kon en alles mocht. Dat idee leeft bij sommigen nog steeds voort in de manier waarop ze hun kinderen opvoeden. Neem die flippo rage. Ruzie in de klas, juf wordt het beu en zegt in de klas geen flippo’s meer  te dulden. Zit er tòch weer een meet flippo’s te rotzooien, dus de juf pakt ze af. Wat denk je? Staat na schooltijd moeder met kind op de stoep, haren recht overeind. Niet van wat is er gebeurd of waarom heeft u dat gedaan, nee: flippo’s onmiddellijk teruggeven, tekeer gaan tegen de juf, waar dat kind bij staat!”

Wim Bloothoofd

Referenties

[1] Noordhollands Dagblad 1997, opgetekend door Ton de Lange