Zij krijgen vele kinderen waaronder twee die als neef en nicht weer met
een Bloothooft trouwen:
Simon Franke (alias Franken), geb. Middelie 8.3.1861, arbeider, winkelier, tr. Trijntje
Bloothooft <VII-7.1>
Grietje Franke, geb.
Middelie 18.4.1867, tr. Pieter
Bloothooft <VIII-8>
Daarnaast zijn er nog de kinderen Albert Franke (geb. Middelie 2.2.1844, arbeider, boerenknecht), Trijntje Franke (geb. Middelie 1.1.1845, overl.
Beverwijk 22.5.1930, tr. Pieter van Zalinge), Pieter Franke (geb. Kwadijk 23.2.1846, overl. Kwadijk 4.2.1847), Jan Franke, geb. Kwadijk 29.3.1847, overl. Middelie 1.3.1849), Annaatje (Naatje) Franke, geb. Middelie 2.7.1848, overl. Middelie huis 68c 21.4.1851, Cornelis Franke (geb. Middelie huis 68c 1.3.1850,
overl. Edam 14.5.1897, tr. Trijntje Betlem), Naatje Franke (geb. Middelie 5.2.1855,
overl. Middelie huis 118 26.10.1901, tr. Henricus Vels), Pieter Franke (geb. Middelie 29.1.1858, arbeider, tr. Kniertje Doets),
Maartje Franke (geb. Middelie 20.9.1862), Remmetje Franke (geb. Middelie 1.11.1864, overl. Middelie huis 137 15.9.1899 ongehuwd)
Cornelis Franke had broers Jan (geb. ~1812, rietdekker)
en Simon/Sijmen. De laatste is de vader van Gerrit Franke
<VIII-9>.
Een nakomeling Simon Franke (geb. Middelie 16.3.1880, overl.
Amsterdam 25.9.1957, zoon van Jeroen Franke en Maartje Koeman, kleinzoon van
Sijmen Franke en Aafje Doets, achterkleinzoon van Albert Franke en Naatje
Mulder - zie boven) was
eerst werkzaam in Ned. Oost-Indië, dan agent van de Raad van Arbeid te
Amsterdam, schrijver van 30 kinderboeken en folkloristische verhalen, sagen
rond de Zuiderzee, Indische romans. In zijn oeuvre is ook streekroman die het leven in de Zeevang beschrijft, waarschijnlijk "Tussen
dijken en sloten (1942)". Daarin
figureren personen waarvoor Middeliërs model hebben gestaan. Helaas weet
niemand meer hoe....
In de archieven van het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam zijn in het archief van
De Socialistische Gids zes brieven van hem bewaard gebleven uit de periode 1922-1924.
|
Simon Franke 1880-1957 |
Niet uitputtende reeks van 50 titels van Simon Franke, de meeste zijn nog
te koop:
Gouden vlinders, versjes (1927). Blaricum: de Waelburgh. Illustraties Lou
Loeber, een Blaricumse schilderes die, zo lijkt het, haar tafereeltjes
construeerde met behulp van de tangramdoos. Gouden
vlinders is ietwat armoedig uitgegeven (het papier is slecht en
aan typografie is geen enkele aandacht besteed), maar een boekje dat een
directer afspiegeling is van de artistieke ideeën van de maker is nauwelijks
denkbaar (tekst dbnl).
Sagen en legenden rond de Zuiderzee (1932), Zutphen: Thieme (herdruk), 338
pp. Ilustraties A. J. Van 't Hoff.
Hakbek de kraai, Alkmaar: Kluitman (1932), 160 pp. Illustraties J.G. Kesler 1e
dr.
Legenden langs de Noordzee (1934), Zuphen: Thieme (herdruk
1984). Illustraties Willem Backer.
Hein en Chefke (1934), Zutphen: Thieme, 178 pp.
Illustraties J. Rotgans.
Jan Fuselier (1934), Amsterdam: De Arbeiders Pers, 328 pp.
Soldatenroman over het leven van Nederlandse huursoldaten in
Nederlands-Indie.
Frida op Sumatra (1935), Alkmaar: Kluitman, 188 pp.
Illustraties Pol Dom. Bewerking naar het Deense boek van Helene Horlick.
Twee Urker
jongens, Alkmaar: Kluitman. Illustraties Pol Dom.
De auto-reis (1936), Alkmaar:
Kluitman (De Nieuwe Speeltuin). Illustraties Greta Bosch van Drakestein.
Een prettige Bruiloft, Alkmaar: Kluitman (Op weg naar school).
Illustraties Greta Bosch van Drakestein.
Vrolijke versjes van 't artis-volkje (1938), 32 pp. Illustraties Adri
Alindo.
Kantjil het dwerghertje (1939), Alkmaar, 192 pp. Illustraties H. Verstijnen.
Sinjo-Juul (1939), Amsterdam: Scheltens & Giltay, 295 pp.
Djojo uit de kampong (1939), Amsterdam: Becht. Illustraties Rie Reinderhoff.
De wajangpop (1940), Amsterdam: Scheltens & Giltay, 228 pp.
Njai Sarina (1941), Amsterdam: Scheltens & Giltay, 270 pp. Roman
over een Javaanse njai (bijzit).
Tussen dijken en sloten (1942), Amsterdam: De Arbeiderspers, 195 pp.
Illustraties Jos
Ruting.
De kortste weg.
Overwintering van Heemskerk en Willem Barents op Nova Zembla (1942), Amsterdam:
De Arbeiderspers. Illustraties W.A. van der
Walle.
De wegwijzer : met Jan Huyghen van Linschoten naar Portugees Indië
(1945), Amsterdam: De Arbeiderspers (jeugdboek), 192 pp. Illustraties Wim
van de Walle.
Een stad verrees (1946), roman uit het oude Batavia,
Amsterdam: Scheltens & Giltay, 248 pp. Illustraties F.
van Bemmel.
Historische roman over het 17de eeuwse Batavia.
Si Boeroeng. Bij de Javaanse vogelnestjesplukkers (1946), Haarlem: De
Gulden Pers. Illustraties L. Frank. Als Si Boeroeng 10 jaar is geworden gaat
hij aan het werk als vogelnestjesplukker aan de gevaarlijke zuidkust van
Java. Hij krijgt een ongeluk maar wordt gered.
Si Taloe de dessajongen, Alkmaar: Kluitman. Illustraties Pol Dom.
De juiste weg. De eerste tocht naar Indië
(1946), Amsterdam: De
Arbeiderspers (jeugdboek), 212 pp. Illustraties W.A. van
der Walle.
Jongensboek over jonge Amsterdamse schipper die meevaart met
de vloot van Cornelis de Houtman in 1595 naar Indië.
Daar beleeft hij allerlei avonturen.
Fa, de roman van een Chinese in het oude
Batavia (1947), Amsterdam: Scheltens & Giltay.
Siebe van de Dijkhoeve (1948),
Amsterdam: De Arbeiderspers
(AP jeugdserie), 224 pp. Illustraties H. Perdok
224 pag.
In de desa (1949),
Haarlem: De Gulden Pers,
96 pp. Met illustraties.
Met de helm geboren (1949), Amsterdam: De Arbeiderspers (jeugdboekerij),
214 pp. Illustraties H Perdok.
De zilveren lepel (1950),
Amsterdam: De Arbeiderspers
(AP jeugdserie), 216 pp. Illustraties H. Perdok.
Harimau, het tijgerjong (1950), Antwerpen en Amsterdam: Van
Ditmar & Wereldbibliotheek (Avontuur en techniek), 42 pp. Tekeningen P. Kuhn.
Jonge tijger wordt gevangen en naar een dierentuin in Europa gebracht.
Doppie's jeugd (1952), Amsterdam: De Arbeiderspers (Arbo).
Kameraden (1953), Amsterdam: De Arbeiderspers (AP jeugdserie). Illustraties Pim van Boxsel.
Gevleugelde paarden;
Indonesische legenden (1953), Hoorn, 213 pp. Illustraties F. van Bemmel.
Te laat (1955), Amsterdam: De Arbeiderspers.
Het grote huis (1958), Amsterdam: De Arbeiderspers (jeugdserie), 212 pp.
Illustraties F. van Bemmel. [over Nederlands Indië]
Zonder datum:
Het gestolen paard, Meppel: Roelofs van Goor, z j. Tekeningen C.B.
Teeuwisse.
Wattist : sprookjes, versjes, vertelsels en rijmpjes, Hoorn: Westfriesland z
j. Tekeningen W.L. Lap 1e druk.
De golven roepen het uit! : van den Vliegenden Hollander en de Vrouw van
Stavoren, Deventer: Van Hoeve, 182 pp. Illustraties G. Douwe. 1e druk.
Koningin Helena. Een bijengeschiedenis, Meppel, 231 pp. Illustraties
Joh.Bottema. 1e druk.
Bij de Surinaamse bosnegers, Kolibri serie.
bij Kluitman, zonder jaar:
Jaap redt een eekhoorn, Alkmaar: Kluitman (Ons genoegen), 88 pp.
Illustraties Lies Veenhoven.
De muizen van Jaap, Alkmaar, Kluitman (Ons
Genoegen). Illustraties Lies Veenhoven 2e druk.
Jaap temt een egel,
Alkmaar: Kluitman (Ons
Genoegen), 88 pp. Illustraties Rudy van Giffen
88 pag. 5e druk.
Jaap heeft een ekster, Alkmaar:
Kluitman (Ons Genoegen), 96 pp. Illustraties
Lies van Veenhoven. 2e druk.
Jaap en zijn hond, Alkmaar: Kluitman (Ons Genoegen). Illustraties
Lies Veenhoven. 1e druk.
Sonja voor het eerst naar school,
Alkmaar: Kluitman (Ons genoegen), 94 pp. Illustraties
Lies Veenhoven.1e druk.
Tula, de kleine houtsnijder, Alkmaar: Kluitman. Illustraties G. van Straaten
1e druk.
De zoon van Joost Perlemoer, Alkmaar: Kluitman. Illustraties Nancy Schotel
1e druk.
Wij sparen een geleidehond,
Alkmaar: Kluitman
(Zonnebloem serie), 128 pp. Illustraties Rowal Post. 1e
druk.
Sinterklaas Kapoentje, versjes, Alkmaar: Kluitman (Populaire
Prentenboeken). Prenten van Freddie Langeler.
Ronkevaar de tovenaar, Alkmaar: Kluitman, 185 pp.
Uit de
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren:
Simon Franke (1880-1957) vertrok op zeventienjarige leeftijd als
militair voor een aantal jaren naar Indië, het land dat als
inspiratiebron heeft gediend voor zijn vele Indische kinderboeken,
jeugdromans en Indische romans voor volwassenen.
Franke moet begiftigd zijn geweest met een diep inlevingsvermogen,
waardoor hij de denk- en leefwereld van het Javaanse en Indo-Europese kind
zo treffend kan weergeven. Op een gevoelige, maar nooit sentimentele manier,
beschrijft hij haarfijn gedachten en gevoelens in een bijna eenvoudig
aandoend taalgebruik. Daarmee bereikt hij een sfeer die uniek is te noemen.
Uit zijn werk spreekt sociale bewogenheid.
Franke, actief sociaal-democraat, is sterk begaan met het lot van de
kleine man in de dessa die door Arabieren en Chinezen wordt uitgebuit. In
Kantjil het dwerghertje (1936) probeert
hij de Javaanse en Chinese leefwereld met elkaar te verzoenen. Een
innerlijke strijd maakt de twaalfjarige Indo-Europese schooljongen
Sinjo Juul (1939) door in zijn verhouding
tot zijn Javaanse moeder. Het verhaal kreeg een eervolle vermelding van de
Garoeda-prijsvraag voor de oudere jeugd.
Voor de Javaanse cultuur heeft
Franke een buitengewone belangstelling getoond in
De wajangpop (1940), dat werd bekroond met de Garoeda-prijs
voor de oudere jeugd. De bundel Gevleugelde paarden;
Indonesische legenden (1953) bevat voor het merendeel Javaanse
overleveringen.
|
|