Samenvatting

Pieter Jacobsz Bloothooft <V-12> is een zoon van Jacob Claasz Bloothooft <IV-6> en Guurtje Pieters Klaver, RK, geb. Schermeer, ged. Noordeinde 18.4.1755, overl. Alkmaar [1] [2] 7.3.1800 [Wognummerbuurt, aangifte Sijmen Boursen], tr. Maartje Teunis Jongkees Akersloot [3] 16.1.1785 [get. Klaas Blokker, Hendrik Beets, Arent Vouharnd] [impost [4] pro deo], won. Schermer onder Alkmaar, geb. St.Pancras ~1763, overl. Alkmaar [5] 10.9.1810 [Wognummerbuurt, aangifte Jan Bol], testament [6] 23.9.1785. Zij tr. 2 Jan Bol Alkmaar [7] 24.6.1804, wedn., geb. Ursem. 8 kinderen.

Pieter Bloothooft en Maartje Jongkees maken in het jaar van hun huwelijk, 1785, hun (standaard) testament. Ze tekenen beiden. 

Ondertekening van het testament van Pieter Jacobs Bloothooft en Maartje Teunis Jongkees

Het jaar daarop, in 1786, verhuizen ze blijkens de dopen van hun kinderen van Akersloot naar Butterhuizen onder Oudorp (een gehucht aan de binnenzijde van de ringdijk van de Heerhugowaard op het oude land van de Beverkoog, 3 km benoorden Oudorp). Daar hadden ze blijkbaar een boerderij want vier jaar later verkopen ze op 1 juni 1790 aan Cornelis Theunisz Jongkees (waarschijnlijk de broer van Maartje) in Sint Pancras een huis en erf in Sint Pancras met 17 geersen 9 sneesen zowel weid als zaadland voor f 1600 [10]

In 1790 blijkt hun dochter Guurtje (blijkens haar overlijdensacte) geboren te zijn in de Schalsmeer, een poldertje in de Wormerban ten oosten van Knollendam. 

Bgein 1795 komt het gezin naar Bergen. Op 11 mei van dat jaar moet Pieter aan het dorpsbestuur zijn Acte van Indemniteit tonen, maar hij kan dat niet direct want hij heeft die Acte (nog) niet [11]. Uit zo'n acte blijkt dat hij schuldenvrij is en van behoorlijk gedrag, zodat er voor de gemeente waar hij zich vestigt weinig risico is dat hij armlastig zal worden. Het kwam blijkbaar in orde want in september 1795 wordt zoon Dirk geboren in de Bergermeer, die daar ook weer 6 weken later overlijdt. Op 29 maart 1796 (na de Bataafse revolutie) stond Pieter in Bergen op een lijst personen die nummers hadden getrokken voor het kiezen van een nieuwe 'Regeering' [12].

Van Bergen is het niet ver meer naar de Wognummerbuurt aan de westzijde van Alkmaar buiten de Singel. Daar woont het gezin als kort na elkaar in 1799 twee baby’s, een tweeling, worden begraven bij de Grote Kerk. Het katholieke geloof is blijkbaar verlaten. Kort daarna sterft ook vader Pieter in 1800 en blijft Maartje achter met vijf minderjarige kinderen.

In 8.4.1807 erven de vijf kinderen via hun grootmoeder Guurtje Pieters Klaver <IV-6> van Jan Klaver [8]; ze krijgen ieder f 45.8.8. Het zijn Jacob, Teunis, Gerrit, Guurtje en Maartje Bloothoofd. De inkomsten worden 21.7.1807 ook genoemd in het Oudorper weesboek [9]. Hun voogden zijn Matthijs de Groot uit de Schermeer onder Schermerhorn en Lourens Bergen uit Alkmaar.

Hun moeder Maartje Jongkees was inmiddels in 1804 gehuwd met Jan Bol. Ze sterft op 47 jarige leeftijd in 1810 en laat de kinderen als wezen achter.

Referenties

[1]   Alkmaar 52/53, begraafboek Grote Kerk, op het kerkhof voor 32 stuivers
[2]   Alkmaar OR 657, impost op het begraven 1798-1800
[3] Akersloot, schepentrouwboek 1710-1788
[4] Akersloot, impost op het trouwen 1747-1776, 1781-1798
[5] Alkmaar OR 354, overlijdensregister tbv de successie 1806-1811
[6] Zuidschermer NOT 6572, not. Klaas Renses
[7]   Alkmaar OR 958, stadstrouwboek 1802-1809
[8] Oudorp OR 6262,6263, allerhande schepenakten 1806-1807,1807-1810
[9] Oudorp OR 6266, weesboek 1758-1809
[10] Sint Pancras, transportregister 1779-1811 Erfpacht 17 st. voor Sint Pancras
[11] Bergen, Oud Archief nr. 99, 11 mei 1795 Voor de municipaliteit zijn gecompaereerd Tijmon Schipper en Pieter Bloothoofd, dewelke te kennen gaven dat hunne Acte van Indemniteit nog niet onder hun was berustende, en dienvolgens buiten Staat waeren Actens als nu te koomen vertoonen. Waarop is gedelibereerd is en aan gem.(elde) persoonen gelast de voorsz: Actens binnen den tijd van 14 dagen te moeten opbrengen. Op poene (straf) dat bij onstentenisse van zulks nadere en meerdere middelen ten rechten moeten werden geëmploijeerd.
[12] Bergen, Oud Archief nr. ?, 29 maart 1796