Boeren in Schellinkhout

Cornelis Klaasz Bloothooft huwt boerendochters, verlaat de Schermer en verhuist in 1830 naar Schellinkhout waar zijn tweede vrouw Trijntje Wester weduwe was met een boerderij. Zijn zonen Klaas en Aris worden er arbeider en klussen er her en der bij. Zoon Dirk blijft boer en fruitteler. Hij is de enige met mannelijk nageslacht. Zijn enige kind Cornelis wordt slager en gemeenteontvanger in Schellinkhout en huwt er Siewertje van Egmond. Diens zoon Dirk is fruitkweker, kassier, verzekeringsagent, en poldersecretaris en schrijft als eerste in de familie een stukje over zijn stamboom. Ook hij heeft echter geen zonen. Zijn broer Teunis is eerst timmerman en later sigarenwinkelier in Medemblik. Zijn zoon Kees volgde hem daarin kort voor zijn dood op. De tweede vrouw van Teunis, Neeltje de Leeuw, trekt met haar zoon Dick naar Amsterdam.