Watermolenaars in de Schermer naar Schellinkhout

Cornelis Klaasz Bloothooft neemt na het overlijden van zijn vader in 1747 op 22 jarige leeftijd bovenmolen no. 7 aan de Schermer zuidkust over. Zijn broer Claas en zuster Guurtje wonen dan nog bij hem in. Na het overlijden van zijn vrouw Ariaantje Adriaan verlaat hij de molen en gaat met zijn tweede vrouw Maartje Jans wonen in het pannenhuis onder Westgraftdijk. Broer Claas neemt de ouderlijke molen over. In 1761 overlijden zowel Cornelis en Maartje, en de vier weeskinderen raken uiteindelijk verspreid over  Alkmaar, Wimmenum, Schermer, en de Beemster, waarbij uiteindelijk alleen zoon Klaas mannelijke nakomelingen heeft die de familietak voortzetten.

Klaas blijft eerst nog rond de Blokkers wonen en is er in het begin van de 19e eeuw ook nog een aantal jaren watermolenaar. Hij huwt drie maal, gaat over naar het gereformeerde geloof en koopt een graf in de kerk in Driehuizen. Hij overlijdt uiteindelijk als timmerman in Alkmaar. Zijn zoon Cornelis zet deze tak als twijg Cornelis voort.