Pad naar het gerecht

Omdat kerkelijke katholieke huwelijken niet rechtsgeldig waren, moesten katholieken ook burgerlijk trouwen. De huwelijken werden daarom eveneens voltrokken voor schout en schepenen. De eerste generaties van de familie Bloothooft deed dat in het nog bestaande mooie raadhuisje van Graft omdat de Blokkers, waar de Schermer molengang op gebouwd was, onder de jurisdictie van Graft viel (de rest van de Zuid Schermeer, inclusief poldermolen K, behoorde tot Akersloot). De huwelijksintekenboeken van Graft gaan terug tot 1656 [1]. Vanaf 1710 moest men er ook heen om belasting te betalen bij huwelijk en overlijdens.

Raadhuis Graft.jpg (98587 bytes)
Het raadhuis van Graft waar de leden van de familie 
Bloothooft huwden voor schout en schepenen en 
waar ze hun doden aangaven.

Kerkepaden

De kinderen van Claes Dircxs Bloothooft < I >, en de volgende generaties, gingen ter kerke in de Rooms-Katholieke schuilkerk aan het Noordeinde van Graft (die in het begin van de 19e eeuw is overgeplaatst naar de Rijp). Van deze kerk  gaan de doop- en trouwboeken terug tot 1666. De parochianen op het Schermereiland vormden al voor 1631 een statie (St.-Bonifatius) met leden uit Graft, West-Graftdijk, Zuid-Schermer (Grootschermer), De Woude en West-Beemster [3]. Na de Reformatie lijkt er in de eerste decennia van de 17e eeuw op het Schermereiland weinig sprake van georganiseerd rooms-katholiek leven, maar in 1631 is er dan sprake van een pastoor aan het Noordeinde. Eveneens in dat jaar wordt een bijeenkomst nog door de schout verstoord. Maar in de jaren die volgde groeide de tolerantie en na 1646 werden de katholieken verder met rust gelaten [4]

Dat men in Noordeinde ter kerke ging en niet in het overwegend katholieke Akersloot (schuilkerken in de Woude en in de Molenbuurt [2]), is mogelijk ingegeven door de afstand tot de kerk. Als we de kaart van het Schermereiland bekijken dan zien we dat men in een bijna rechte lijn van de Blokkers naar Noordeinde en Graft kon (en nog steeds kan) lopen via Driehuizen. Vanaf dat dorp loopt een pad (Visweg) oostwaards en men kan via een plank over een plaatselijke versmalling van de ringvaart van de Noordeindermeer de ringdijk van die in 1645 bedijkte polder bereiken. Het kerkepad ging 100 meter noordelijker dwars door de polder, kruiste de Aarhemmerweg om via een (over)pad Noordeinde te bereiken. Tegenwoordig is het gemakkelijker om de zuidelijke dijk van de Noordeinderpolder te volgen. De totale wandeltocht duurt minder dan een uur [5]. In Noordeinde kwam ook nog een kerkepad aan uit het oosten vanuit het katholieke West-Beemster. Via deze paden kon dus de Eilandspolder van oost naar west worden doorkruist. Overigens is de reis naar de kerk in de Molenbuurt in Akersloot vanuit de Schermer zuidkust duidelijk langer dan die naar Noordeinde, terwijl de ongeveer even lange tocht naar de schuilkerk op de Woude een overtocht over de ringvaart bij Westgraftdijk vereiste (de schuilkerk in de Woude trok overigens te weinig parochianen en werd rond 1712 opgeheven [2]).

West Beemster      
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
   

Graft gerecht

 
       
      Noordeinde     
    RK Kerk    
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
    Blokkers    
      De Wouden
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
    Akersloot  RK Kerk
Kaart: Kerkepad van de Blokkers naar de rooms-katholieke schuilkerk op het Noordeinde van 
Graft (rood). Vanuit  Noordeinde liep men door naar het raadhuisje van Graft om voor schout en 
schepenen te huwen. De alternatieve staties op de Woude en in de molenbuurt van Akersloot zijn 
ook aangegeven (geel), evenals het kerkepad van het katholieke West-Beemster naar Noordeinde
(geel). [Weergave niet goed in Netscape Navigator]

Voor een goed begrip van de eerste generaties Bloothooft is het ten slotte van groot belang te beseffen dat ze van het katholieke geloof waren en dat de katholieken er alle belang bij hadden een hechte gemeenschap te vormen. Er was weliswaar godsdienstvrijheid, maar katholieken mochten hun godsdienst niet in het openbaar belijden en ze mochten ook geen publieke functies uitoefenen. In overwegend katholieke dorpen werd hieraan minder strak de hand gehouden, alhoewel ook daar natuurlijk recognitiegeld moest worden betaald voor kerkdiensten in de schuilkerken en admissiegeld voor het hebben van een pastoor. Akersloot en Oudorp waren zulke bijna geheel katholieke dorpen. In Akersloot waren er zelfs katholieke schepenen. Aan de oostelijke zijde van de Schermeer was men op het Schermereiland tolerant ten aanzien van het geloof (er was een grote doopsgezinde gemeente). Zo bezien was de Schermeer voor katholieken een redelijk goede plaats om in te wonen. En het is ook niet toevallig dat we de familie Bloothooft tot in de 18e eeuw voornamelijk in en rond de Schermeer in katholieke dorpen vinden. Rooms-katholieke staties waren er o.a. in Assendelft, Krommenie (statie met Krommeniedijk en Marken Binnen), Akersloot, Limmen, Heiloo, Alkmaar, Oudorp, De Rijp (Noordeinde) [vet = vindplaats].

Referenties

[1] Graft, huwelijksintekenboek voor commissarissen 1656-1811
[2] Berg, A.A. van den (1976). Akersloot door de eeuwen heen.
[3]  Perrick, J. en Florie, K. (1985). De kerken van de Rijp. Uitgeverij Luyten, Amsterdam.
[4] Deursen, A.Th. van (1994). Een dorp in de polder, Bert Bakker, Amsterdam, p. 95-99.
[5]  De tocht van Noordeinde naar de poldermolen K (en vice versa)  kan nog steeds gemaakt  worden en is gemarkeerd met rood-witte streeptekens als lange afstands wandeltocht  (onderdeel van het pad van Lage Vuursche naar Bergen aan Zee). Het is nog steeds een  prachtig traject door het groene hart van Noord-Holland.