Motivatie

Vierendertig jaar geleden, ik was zestien, heb ik het eerste bezoek gebracht aan het Provinciaal Rijksarchief in Haarlem om te achterhalen waar die vreemde familienaam Bloothooft vandaan kwam. In de jaren ervoor gingen we vaak op bezoek naar de opa en opoe's in St-Maartensbrug. Vanuit ons moderne stedelijk wonen aan de Alkmaarderhout was het daar in de jaren zestig anders. De geuren in de huizen waren onbekend, de inrichting was ouderwets, op de vliering tochtte het en de planken kraakten, en in de kasten lagen oude ingebonden jaargangen van Het Leven en fotoboeken vol met portretten. Als ik er eens logeerde was het er stil, heel stil. Er was een poepdoos boven de sloot. Er werd gesproken over familieleden, vooral de families Veuger en Doorn waren uitgebreid en hadden oude wortels in het dorp. Al vroeg maakte ik er eens een schema van om het beter te begrijpen. Het was in St-Maartensbrug als in een andere wereld.

Ik ging alleen met de trein naar Haarlem en vond in het archief in de Jansstraat de boeken van de Oud Burgelijke Stand en de doop- trouw en begraafboeken van de kerken uit de 17e en 18e eeuw. In 1968 mocht je nog naar achteren doorlopen en aan een tafel gaan zitten met uitzicht op de prachtige tuin, terwijl achter me de boeken stonden die geurden naar oude tijden. Meneer Staal hielp me met het vinden van de juiste boeken, maar veel mocht ik ook zelf doen. Het was spannend. Vanaf het begin had ik de goede gewoonte om alles op te schrijven wat ik vond, zodat ik later alles brongetrouw kon verslaan. Aantekenblokken vol. De eerste vondsten kwamen snel, vooral omdat vòòr 1800 heel veel stond in de boeken van de RK kerk op het Noordeinde van Graft. Het stokte echter rond 1700. Het toeval wilde echter dat de heer Schilstra leraar Engels was op de Rijks HBS waar ik toen op zat. Hij was in die tijd bezig met zijn boek Schermerland en wees me op een manuscript uit 1663 waarin Claes Dirxs Bloothooft zijn huismerk had gezet. De stamvader was gevonden.

De familienaam bleek oud, ouder dan verwacht. En ik wist toen waar de naam vandaan kwam. Maar dat was niet meer genoeg. Er lagen heel veel aantekeningen over Bloothoofden die niet in mijn eigen rechte familielijn pasten. Ik besefte dat het veel werk was, maar op een moment besloot ik dat ik dan maar alles van de familie Bloothooft/d wilde weten. Het was me inmiddels wel duidelijk dat er maar één familie was. Tezelfder tijd begon ik ook te beseffen dat er achter de papieren feiten van doop, trouwen en begraven natuurlijk mensen zaten van vlees en bloed en dat ik altijd tekort zou schieten in het beschrijven van hun levens. Desondanks heb ik wel geprobeerd om met de weinige gegevens die er in met name het Schermerarchief te vinden waren, in de transporten van land, de notulen van schepenen, een een beeld te creëren. Zo werd het onderzoek verbreed met een sociaalhistorische component.

Het lijkt tegenstrijdig maar de jongste generaties beschrijven bleek haast nog moeilijker. Ook vanwege een schroom om me bezig te houden met het privéleven van mensen van nu die ik niet kende. Ik heb me daar overheen gezet en in contacten met naamgenoten altijd een hartelijk welkom gehad. Het was inmiddels 1976 en ik zat in de eindfase van mijn natuurkunde studie in Delft. Die zomer heb ik familieleden van de verschillende takken opgezocht om hun verhalen te horen. Alles bijeen was het in 1978, tien jaar nadat ik begonnen was, mogelijk om het boekje 'Swaar malen ende grote arbeijdt' te schrijven.

In de daarop volgende jaren bezocht ik zelden meer de archieven. Toch had de familiegeschiedenis steeds mijn aandacht en af en toe was er toch weer een vondst die een stukje in de puzzel completeerde. In 1998 bedacht ik me dat mijn familiearchief kwetsbaar was en niet uitputtend was beschreven in het familieboekje. Toen is het plan geboren om het hele familiearchief electronisch op te slaan. Dat kreeg al snel de vorm van een Internetsite en CD-ROM.

Het was na enige aarzeling dat ik in 2001 besloot dat het er dan maar van moest komen om een Bloothooft/d-dag te organiseren. Weinig Bloothoofden kennen elkaar tenslotte. Maar velen vonden het een leuk idee en er kwamen veel enthousiaste reacties. Een groot deel van de familie komt op 1 september 2002 naar Zuidschermer. Ik had dat in 1968 niet gedroomd.

Gerrit Bloothooft

juni 2002